top of page

Nieuwe richtlijnen Federale Wapendienst

Foto van schrijver: Nico DemeyereNico Demeyere

Op 14 januari 2021 vond een zogenaamd "Interprovinciaal Overleg" plaats tussen de Federale Wapendienst en de provinciale wapendiensten. Bijzondere genodigde was de directeur ad interim van de proefbank te Luik.


Er werd ons een kopie van het verslag van de vergadering bezorgd. Hieruit blijkt dat de proefbank uitgebreid hun nieuwste "juridische" analyses tijdens een digitale vergadering kon delen met de wapendiensten. Het lezen van dit verslag biedt een goede inkijk in de manier waarop beslissingen inzake de wapenwet worden voorbereid. Opvallend is dat de aanwezigen alsook het diensthoofd van de Federale Wapendienst daar allerhande zaken poneren zonder dat er kritisch bekeken wordt of hun standpunten wel kloppen met de wetgeving. Op vragen vanuit de provincies wordt overigens ook meestal niet duidelijk geantwoord.


Het verslag leert ons tevens dat het niet gemakkelijk moet zijn om te werken in een provinciale wapendienst. Ook deze diensten krijgen niet altijd een duidelijk antwoord op hun vragen. Ze krijgen vanuit de Federale Wapendienst gebrekkige informatie op basis waarvan ze dan aan de slag moeten. Dit maakt het hun ook niet gemakkelijk om op de vragen te antwoorden die zij dan krijgen van politiediensten en burgers. Er is in elk geval werk aan de winkel.


Inhoudelijk zijn er drie zaken meegedeeld door de Federale Wapendienst waarbij verwacht wordt dat de provinciale wapendiensten de standpunten, die gedicteerd werden door de proefbank, opvolgen. Het betreft volgende punten:

  • houders van een sportschutterslicentie kunnen enkel pistolen in .22 LR voorhanden hebben met een ladercapaciteit van maximum 5 patronen. Bezit van een pistool met hogere ladercapaciteit is strafbaar indien er geen vergunning voor aangevraagd wordt.

  • volgens de proefbank, daarin gevolgd door de Federale Wapendienst, bestaan er geen erkende schietsportfederaties en bestaan er ook geen disciplines waarbij het gebruik van tot halfautomaat geconverteerde automaten toegelaten is. De certificaten die door de federaties zijn afgegeven mogen dan ook niet aanvaard worden.

  • een semi-automatisch wapen dat door de fabrikant ooit ontworpen of gefabriceerd is met een klapkolf en dat door deze klapkolf kan worden ingekort tot minder dan 60cm blijft een verboden wapen, ook als het later voorzien wordt van een vaste kolf of indien de klapkolf werd vastgezet.

Tijdens de bespreking wordt niet gezegd op welke manier de provinciale wapendiensten de nieuwe regels moeten toepassen. Het is dus nog even uitkijken hoe een en ander verder zal lopen. Bovendien is het ook nog zo dat veel van deze standpunten ondertussen aan de rechtbanken zijn voorgelegd. Het is nog wachten op de eerste uitspraken hierover.


De nieuwe richtlijnen hebben al gevolgen. Provinciegouverneur Jos Lantmeeters (Limburg) is heel actief bezig met het opsporen van en in beslag laten nemen van semi-automatische wapens die ooit een klapkolf hebben. In Antwerpen vraagt gouverneur Cathy Berx dat iedereen die een pistool via sportschutterslicentie aankoopt een verklaring op eer aflegt om te bevestigen dat het wapen aangepast werd en de ladercapaciteit beperkt werd.


De voorbij week kwamen tientallen mails en telefoons binnen naar aanleiding van deze richtlijnen. Het is niet meer mogelijk hier allemaal op te antwoorden. Daarom licht ik hierna zo kort mogelijk de diverse punten toe zonder daarom volledig te kunnen zijn. Binnenkort komt er een meer uitgebreide analyse. Het spreekt voor zich dat elke situatie anders is en dat deze tekst dus geen juridisch advies uitmaakt waarop in de diverse individuele gevallen kan gesteund worden.

Laderbeperking pistolen sportschutterslicentie

Volgens de proefbank moet de lader voor een specifiek voor het sportschieten pistool in kaliber .22 beperkt zijn tot 5 patronen. Dit standpunt vindt geen steun in de wapenwetgeving of in het ministerieel besluit van 15 maart 2007 waar staat dat pistolen "met 5 schoten" toegelaten zijn via de sportschutterslicentie. Dit betekent dus dat het wapen met 5 patronen mag worden geladen, maar dat de lader niet moet worden beperkt. Dit standpunt werd ons eerder bevestigd door de Federale Wapendienst in een mail van 12 april 2007. In sommige provincies werd ook expliciet op het teruggestuurde model 9 een stempel gezet "maximum 5 schoten". Er is niets gewijzigd aan deze regelgeving. Het standpunt van de proefbank, daar nu blijkbaar in gevolgd door de Federale Wapendienst, vindt dus geen steun in de wetgeving. We merken hierbij overigens nog op dat een pistool met lader beperkt tot 5 patronen eigenlijk zes schoten heeft vermits altijd nog een patroon in de kamer geladen kan worden. De proefbank, die beweert technische kennis te hebben over vuurwapens, gaat hier dus duidelijk de mist in. Het nieuwe standpunt is verregaand. Eigenlijk stelt men dat iedereen die ooit een .22 pistool heeft gekocht via de sportschutterslicentie in overtreding is met de wetgeving indien de lader niet beperkt is tot 5 patronen. Op basis van dit standpunt riskeert elke wapenhandelaar die dergelijke pistolen verkocht vervolging (met minimum gevangenisstraffen vanaf 1 jaar) en intrekking van zijn erkenning. Meer dan tienduizend houders van een sportschutterslicentie riskeren hun wapens te verliezen. Er is ook geen enkele regularisatie mogelijkheid voorzien. Wij verwachten dat dit standpunt problemen zal opleveren bij de vijfjaarlijkse controles en bij de registratie van nieuwe .22 pistolen via model 9. In de provincie Antwerpen ontvangen personen die een pistool via model 9 kopen nu een brief met het verzoek om ofwel een verklaring op eer te tekenen waarin ze aangeven dat de ladercapaciteit beperkt wordt (er staat niet bij tot hoeveel schoten), of om een model 4 aan te vragen. Wij adviseren ten stelligste om deze brief te negeren en om de gevraagde verklaring niet te tekenen en ook geen model 4 aan te vragen, om volgende redenen:

  • door het aanvragen van een model 4 of het tekenen van de verklaring geeft de sportschutter impliciet toe dat hij de nieuwe door de Federale Wapendienst opgelegde regels aanvaardt en erkent hij op hetzelfde moment een inbreuk hierop.

  • de verklaring is op zich niet als regularisatie te beschouwen, er geen belemmering voor het parket om toch te vervolgen

  • de registratie van de overdracht van een vuurwapen door de gouverneur is een loutere formaliteit en geen voorwaarde voor het legaal wapenbezit. Of de gouverneur dus het wapen al dan niet registreert wijzigt niets an het statuut van het wapen.

  • noch de gouverneur, noch de Federale Wapendienst, noch de minister van Justitie zijn bevoegd om nieuwe regels te maken voor de registratie van vuurwapens. De formaliteiten voor overdracht van wapens dienen bij in ministerraad overlegd besluit te worden genomen.

Als de verklaring niet wordt teruggestuurd, nemen wij aan de gouverneur de politie zal vragen om controle ter plaatse te doen. Er zijn dan twee mogelijkheden:

  • een licentiehouder kan alsnog de ladercapaciteit beperken tot 4 patronen. Als er dan controle is, zal men vaststellen dat er geen "inbreuk" is op de nieuwe regels van de Federale Wapendienst.

  • er kan ook worden overwogen om de ladercapaciteit te behouden. Dan nemen wij aan dat de politie PV zal opstellen en naar het parket sturen. Het is nog onduidelijk of de parketten iedereen dan zullen vervolgen. Maar als ze dit doen, is de kans bijzonder klein dat dit tot een veroordeling kan leiden vermits de rechtbanken enkel rekening houden met de regelgeving.


Inbeslagnames geconverteerde automaten

Tijdens de vergadering van 14 januari 2021 wordt ook gezegd dat de certificaten waarin de schietsportfederaties bevestigen dat een wapen geschikt is om te worden gebruikt voor schietdisciplines georganiseerd door internationaal erkende schuttersfederaties niet mogen worden aangenomen. Het gebruik van deze certificaten is voorzien in de Europese vuurwapenrichtlijn en in art. 27, §3, vierde lid wapenwet. Ze laten houders van een sportschutterslicentie toe om alsnog geconverteerde automaten en laders met hogere capaciteit te bezitten. Volgens de Federale Wapendienst bestaan er geen internationaal erkende schietsportfederaties die disciplines aanbieden waar deze wapens gebruikt worden. Dit is natuurlijk onzin. De interpretatie van de Federale Wapendienst stelt dat men eigenlijk een tekst heeft ontworpen die niet kan toegepast worden en dat de uitzondering zinloos is. Ze gaat daar voorbij aan het uitgebreide debat in het Europees Parlement naar aanleiding van de aanpassing van de Europese vuurwapenrichtlijn. Daarbij werd voorzien in de uitzondering om rekening te houden met de noden van sportschutters en ook om te vermijden dat al deze wapens door de lidstaten onteigend (en terugbetaald) moeten worden. Ondertussen heeft de Federale Wapendienst hun standpunt al bevestigd in een beslissing waartegen een vernietigingsberoep bij de Raad van State zal worden ingediend. Er is ook nog een zaak hangende voor de correctionele rechtbank. Er komt dan ook meer duidelijkheid. Frappant is wel dat de overheid hier de rechtspraak niet afwacht en al overgaat tot inbeslagnames om al zoveel mogelijk wapens af te nemen. Wij adviseren om in elk geval nooit vrijwillig afstand te doen van het wapen. De politie zal het wapen dan in beslag nemen en een verhoor afnemen. Tijdens dit verhoor kan uitgelegd worden dat het wapen legaal verworven werd met een vergunning en dat er wel degelijk een certificaat is en er disciplines voor deze wapens bestaan. Het is bovendien ook nog bijzonder nefast dat wapens in beslag worden genomen waarvoor een vergunning werd afgegeven door de provinciegouverneur. Minstens is de gouverneur - in de redenering van de proefbank - dan medeplichtig aan het illegaal wapenbezit, want zonder de vergunning zou het wapen niet aangekocht kunnen worden. Dit argument kan zeker nuttig gebruikt worden in dossiers waar tijdens de vergunningsaanvraag expliciet werd meegedeeld dat een geconverteerde automaat werd aangekocht.

Wapens met klapkolven

Volgens de proefbank, daar nu ook in gevolgd door de Federale Wapendienst, is een wapen dat ontworpen werd met een klapkolf zodat het ingekort kan worden tot 60cm steeds een verboden wapen, ook als er later een vaste kolf opgezet is of indien de klapkolf wordt vastgezet door bijvoorbeeld een schroef, splijtpen, lassen, lijm, ... Dit standpunt zou ook bevestigd zijn door een ambtenaar bij de EU Commissie, het is hier evenwel onduidelijk op welke manier dit standpunt er kwam. Dit standpunt kan niet worden gevolgd om diverse redenen:

  • een wapen is ingedeeld onder de verboden wapens als het kan worden ingekort door gebruik te maken van de klap of schuifkolf of door een kolf die zonder instrumenten verwijderd kan worden. Als de klap of schuifkolf is vastgezet, is het niet langer mogelijk om het wapen in te korten door deze kolf. Er zijn nog andere handelingen nodig zoals de kolf losschroeven om ze terug plooibaar te maken, de lassen afschijven, lijm oplossen, etc... In al deze gevallen wordt het wapen dus ingekort door de kolf zelf te wijzigen ipv door ze te gebruiken

  • het standpunt is absurd omdat dit zou betekenen dat een wapen dat met vaste kolf ontworpen is en waar later een klapkolf opgezet is, niet verboden zou zijn. Volgens de Federale Wapendienst moet immers gekeken worden naar de kolf op het tijdstip van productie van het wapen...

  • er is in de wet expliciet een overgangsbepaling voorzien om toe te laten dat iedereen die een wapen heeft met klapkolf die kan vastzetten om niet meer onder het verbod te vallen. In de memorie van toelichting daarbij staat expliciet dat het de bedoeling is om bezitters en handelaars de mogelijkheid te geven de kolf aan te passen zodat ze niet meer verboden zijn en de staat geen schadevergoeding zou moeten betalen aan de bezitters van deze wapens

Ook hier adviseren wij om in elk geval nooit vrijwillig afstand te doen van het wapen. De politie zal het wapen dan in beslag nemen en een verhoor afnemen. Tijdens dit verhoor kan uitgelegd worden dat het wapen legaal verworven werd met een vergunning en dat de kolf is vastgezet en het wapen enkel kan worden ingekort door de kolf terug te wijzigen. Het is bovendien ook nog bijzonder nefast dat wapens in beslag worden genomen waarvoor een vergunning werd afgegeven door de provinciegouverneur. Minstens is de gouverneur - in de visie van de proefbank - dan medeplichtig aan het illegaal wapenbezit, want zonder de vergunning zou het wapen niet aangekocht kunnen worden. Dit argument kan zeker nuttig gebruikt worden in dossiers waar tijdens de vergunningsaanvraag expliciet werd meegedeeld dat de kolf werd vastgezet.

Overbrenging wapens uit Benelux landen blijft voorlopig onmogelijk

Wij schreven eerder dat de Controle Dienst Strategische goederen bereid is om een brief te schrijven waarin wordt bevestigd dat er in Vlaanderen geen toelating tot overbrenging nodig om wapens over te brengen uit Nederland en Luxemburg. Dit is inderdaad correct. Het officiële standpunt van de dienst is te vinden op hun website: (https://www.fdfa.be/nl/overbrenging-van-civiele-vuurwapens-en-andere-strategische-goederen-binnen-de-benelux-geen-vlaamse). We willen hierbij nog verduidelijken dat dit een unilateraal initiatief van de Vlaamse overheid betreft. De buitenlandse overheden zijn er niet toe gehouden om dit aan te nemen. Om die reden is de voorgestelde aanpak eerder een pragmatische oplossing om tegemoet te komen aan de problemen die er momenteel bestaan. De cDSG laat ons weten dat nog, in overleg met onder meer de Benelux en andere betrokken diensten de Benelux-kwestie herbekeken wordt. Zodra wij hier meer informatie over ontvangen, houden we u op de hoogte. De meest recente info vindt u ook op de website van de cDSG.”


Nico Demeyere

voorzitter Belgian Weapon Forum / ondervoorzitter Wapenunie / vennoot Armalex Advocaten

 
 
 

Recente blogposts

Alles weergeven

Commentaires


AVWL vzw

Avenue Nobel 5/2, 1300 Wavre

© 2021 by AVWL vzw.   Webdesign FIREFLIES

bottom of page